PROFIELKEUZE VMBO BK 2

 

 

Les 1 Waar droom ik van?

 

 

 

Vroeger droomden we allemaal dat we later politieman zouden worden. Of brandweerman of voetballer. Hoe zit dat nu? Van welk beroep droom jij nu?

Doe je ogen dicht. Droom weg. In een droom kan namelijk alles. Dan kun je bijvoorbeeld jezelf zien als chirurg. Of als autocoureur, politieagent of brandweerman. Maar ook piloot is in een droom geen probleem. Dat is het leuke van dromen…

 

Na deze les weet je van welk beroep je droomt.

 

 

 

BEKIJK DE VIDEO

 

Schijf goede tips op in je notitieboekje.

Of bewaar het in het mapje ‘Droombaan’ op de computer

 

 

Dan nog dit:

Je gaat in deze lessen veel leren over jezelf. Waar droom je van? Wie ben je? Wat kan je? Wat vind je leuk? Welke banen zou je graag willen hebben? Welk profiel past daarbij en welk vakkenpakket?

Je krijgt veel vragen waar je antwoord op moet geven. Koop een notitieboekje bij bijvoorbeeld de Action, de HEMA of een boekwinkel. Of bewaar die informatie op je computer. Maak eerst een mapje ‘Slim Leren’. En dan per les een apart mapje.

 

Stap 1 Kies een droombaan

 

 

 

Droombaan

 

Van welk beroep heb je altijd al gedroomd? Dat beroep past waarschijnlijk goed bij je. Want daar word je gelukkig van.

Een droombaan is een baan die je later graag wil hebben. Waar denk je dan aan? Is dat dezelfde baan als je vader of moeder, of iets heel anders? Ken je iemand die zo’n baan heeft?

Ik wil werken met leuke mensen en niet te ver weg van mijn huis. Zet dat in je notitieboekje of maak een mapje op je computer: ‘Profielkeuze vmbo BK 2. De naam wordt de titel. Zo kan je het gemakkelijk terugvinden

 

 

 

Opdracht 1. WAT IS JE DROOMBAAN?

 

Bedenk waar een droombaan aan moet voldoen.

Bijvoorbeeld: ‘Ik moet in ieder geval genoeg verdienen om prettig van te kunnen leven’. Schrijf dat op in je notitieboekje. Of bewaar die informatie op je computer. Maak daarvoor een mapje ‘Droombaan’.

 

Stel je voor: wat doe je dan de hele dag?

Bijvoorbeeld: zie je jezelf in een uniform, bestuur je een auto, werk je met een grasmaaier, ben je op een boerderij, was je bejaarden of ben je iets aan het tekenen? Schrijf dat in je notitieboekje of bewaar het in hetzelfde mapje.

 

 

 

Opdracht 2. Wat vind je leuk aan die droombaan?

 

Schrijf 3 dingen in je notitieboekje of bewaar die op je computer..

Bijvoorbeeld: buitenwerken, met dieren werken, iemand helpen, iets repareren, haar knippen, dieren trainen, een uniform, overdag, etc.

 

 

BANEN EN BEROEPEN

 

 

Het werk dat je kunt doen noem je ‘een beroep’ of ‘een baan’. Kok is bijvoorbeeld een beroep, maar het is ook iemands baan.

Er zijn duizenden beroepen. Voor een deel zijn dat andere beroepen dan vroeger. Dat komt omdat de wereld verandert. Vroeger kenden we nog geen ICT, games, mobiele telefoons of harttransplantaties. Hoe kies je daar nu een beroep uit dat bij je past?

 

 

 

Opdracht 3. Wat vind jij echt belangrijk aan een baan?

 

Schrijf de 3 belangrijkste dingen in je notitieboekje.

Maak daar een top-3 van.

Bijvoorbeeld: ‘vrijheid, leuke collega’s, een uniform dragen, ’s nachts werken, vroeg beginnen, dichtbij huis, buiten werken, ook als het vriest of regent, etc.

 

 

Opdracht 4. Welke leuke beroepen passen bij jou?

 

Maak een lijstje.

Schrijf het op een apart blaadje. Geef die beroepen een cijfer van 1 tot en met 10. Leg uit waarom je dat beroep graag zou doen. Welk beroep staat bij jou op 1, welk op 2 etc? En bewaar het op je computer, in een mapje: ‘Droombaan’. Zet erachter waarom je die baan zo leuk vindt.

Bijvoorbeeld: kok. Omdat ik dol ben op bakken en koken.

 

Dromen is leuk. Want in een droom kan alles. Maar hoe zit dat in het échte leven? Misschien ben je in je droom wel chirurg. Maar ja, om chirurg te worden moet je heel lang studeren. Daar heb je VWO voor nodig. Misschien is je droombaan niet haalbaar, maar ken je wel banen die daarmee te maken hebben.

Is jouw droombaan echt zo leuk? Of heb je een andere droombaan bedacht? Het is heel belangrijk dat de baan die je later krijgt leuk is. Je bent er ten slotte een groot deel van je leven mee bezig.

 

 

JE NETWERK

 

Je netwerk is de groep mensen die je kan helpen.

Bijvoorbeeld om je informatie te geven. Maar ook om je te helpen een goede baan te vinden. Denk aan je ouders, vrienden, familie, buren of mensen die zij weer kennen.

 

 

GA NAAR WWW.BEROEPENINBEELD.

 

Daar vind je veel filmpjes over beroepen. Misschien zitten daar ook beroepen tussen war je niet aan hand gedacht. Praat hierover met je netwerk. Wat vinden zij dat bij jou past?

Misschien kom je nog op andere ideeën. Pas dan je beroepen aan in je notitieboekje of op je computer.

 

Wat heb je geleerd?

 

 

Deze les heb ik geleerd wat ik belangrijk vindt aan een baan.

 

 

 

De Challenge

 

 

Welk beroep past misschien wel goed bij jou?

 

Bespreek dit met je ouders.

Als ze goede banen noemen, schrijf die dan in je notitieboekje. Maak achter in een gedeelte ‘Banen en profielen’. Of maak een apart mapje ‘Banen en profielen’.

Inhoudsopgave

Les 1. Waar droom ik van?

 

 

Les 2. Wie ben ik?

Les 3. Wat kan ik?

Les 4. Wat vind ik leuk?

 

Les 5. Wat voor beroep past bij mij?

Les 6. Welk profiel kies ik?

 

Les 7. Welk vakkenpakket past daarbij?

 

Bijlages

BIJLAGES