Module 1. Kiezen

Les 1  Hoe maak je een goede keuze?

 

 

Per dag maak je heel veel keuzes. De meeste zijn onbelangrijk. Hoe laat ga ik naar huis? Ga ik lopen of ga ik op de fiets? Etc. Maar soms sta je voor een belangrijke keuze.

Bijvoorbeeld: ‘Vraag ik haar/hem om verkering?’ Hoe maak je zo’n moeilijke keuze? Daarover gaat deze les.

 

Na deze les weet je hoe je een moeilijke keuze gemakkelijker kan maken.

 

 

 

Terugkijken

 

Elke les eindigt met de Challenge: wat ga je veranderen aan je aanpak? Vervolgens bespreek je dat met je klas in de volgende mentorles. Dan kijk je terug op je eigen aanpak en vraagt je af: ‘Hoe kan het beter?’

Maar als je dit schooljaar nog geen ander abonnement hebt gedaan, heb je ook geen lessen gehad. Dan kan je dit onderdeel deze les overslaan. Dan begin je met de Challenge aan het einde van deze les en komen we er volgende week in de mentorles op terug

 

Bij kiezen heb je verschillende uitdagingen. Aan elke keuze zitten minstens twee kanten: een kans en en risico. Een kans is positief en een risico is positief. Dat heeft weer te maken met de gevolgen van een bepaalde keuze. Wat die gevolgen kunnen zijn, kan je op diverse manieren beïnvloeden. Deze module krijg je daar voorbeelden van.

Bijvoorbeeld: aan een gemakkelijke keuze zitten doorgaans alleen hele kleine risico’s, dus zijn de negatieve gevolgen te overzien. Bij een moeilijke gevolgen is dat anders. Een moeilijke keuze heet zo omdat de risico’s veel groter zijn. Maar vaak zijn de kansen dat ook.

 

 

Noteer goede tips in je notitieboekje.

Of bewaar die informatie op je computer.

 

 

 

Bekijk de video

 

Bewaar goede tips in je notitieboekje of op je computer.

Bijvoorbeeld in een mapje ‘Kiezen’. Dat kan je erbij pakken als je weer een belangrijke keuze gaat maken.

 

Stap 1 Bedenk: welke keuzes heb ik?

 

 

Een moeilijke keuze is een keuze die grote gevolgen kan hebben. Om een moeilijke keuze overzichtelijk te maken, zoek je eerst uit welke keuzes heb je.

Bijvoorbeeld: je besluit iemand om verkering te vragen. Het gevolg kan zijn dat hij/zij ‘nee’ zegt en het ook nog eens aan iedereen vertelt. Dan sta jij mooi voor paal. Dat is niet iets om naar uit te kijken. Maar als hij of zij  ‘ja’ zegt, ben je heel gelukkig. Dat is best een grote gok. Toch?

 

 

 

OPDRACHT 1. Wanneer maakte jij een belangrijke keuze?

 

Heb je wel eens een keuze gemaakt waar je achteraf spijt van had? Waar moest je tussen kiezen? Welke keuze heb je uiteindelijk gemaakt? Hoe voelde dat?

 

Schrijf op welke keuze je toen moest maken?

 

Waar moest je uit kiezen? En wat heb je gekozen? Waarom had je spijt? Leg uit.

 

 

 

Kijk terug op die keuze

 

Leg uit waarom je die keuze zo moeilijk vond?

Wat waren de risico’s? Bewaar die informatie in je notitieboekje of op je computer in het mapje ‘Kiezen’.

 

 

Stap 2 Bedenk: wat kan er fout gaan?

 

 

Elke keuze biedt dus kansen en risico’s. Het is de kunst om die tegen elkaar af te wegen. Hoe groot is het risico dat hij of zij ‘nee’ zegt, en hoe groot is de kans dat hij/zij ‘ja’ zegt? Hoe kan je de risico’s verkleinen en de kansen vergroten?

Je zou meer aandacht aan hem of haar kunnen geven, of vragen of hij of zij ergens een kopje koffie met je wil drinken. Dan kan je gevoel je al veel kunnen vertellen. Of je je zou er via zijn of haar vrienden achter kunnen komen wat zij of hij voor jou voelt. Daarmee maak je het risico misschien iets kleiner. Je kan nog meer vragen stellen.

Bijvoorbeeld: ‘Hoe erg is het als hij of zij ‘nee’ zegt? En hoe mooi zou het zijn als hij of zij ‘ja’ zegt? En wat is erger of mooier? Als je erg verliefd bent, zou dat ‘mooie’ dan wel opwegen tegen het risico dat hij of zij nee zegt? Dat risico durf ik dan wel te nemen.

Zo werkt het bij alle keuzes: vraag je af: ‘Wat zijn de risico’s en wat zijn de kansen? Als je denkt de kansen en de risico’s te kennen, kan je die tegen elkaar afwegen: hoe erg zou ik het vinden als de keuze negatief zou uitpakken (risico) en hoe mooi zou het zijn als het positief uitpakt (de kans)?

Bijvoorbeeld: hij of zij zegt ‘nee’, hoe bedroefd ben jij dan? Of andersom, hij of zij zegt ‘ja’, hoe blij ben je dan? Weegt het één tegen het ander op? Als je een ‘nee’ wel kan verdragen, is de vraag: ‘Wil jij verkering met me?’ te overwegen. Misschien vooraf gegaan aan een gezamenlijk kopje koffie.

 

Je kan natuurljk ook helemaal niets doen, dan loop je geen enkel risico, maar dan heb je ook geen enkele kans. Als dat een gewoonte zou worden, staat je een saai (en eenzaam) leven te wachten, tenzij iemand anders het initiatief neemt. Durf je die gok te wagen?.

 

 

 

OPDRACHT 2. Wat waren de gevolgen van die keuze?

 

Denk terug aan de keuze waar je spijt van had. Wat waren de risico’s en kansen toen? Weeg die nu eens tegen elkaar af. Hoe groot zijn die risico’s en hoe groot is de kans? Welke keuze zou je nu maken? Leg uit waarom.

 

Noteer de kansen en de risico’s van de keuze die je toen maakte.

Hoe zou je het nu aanpakken? Bewaar die informatie in je notitieboekje of op je computer in het mapje ‘Kiezen’..

 

Als je voor een moeilijke keuze staat, neem daar dan de tijd voor. Zoek uit hoe groot de kansen zijn en hoe groot de risico’s. Denk er goed over na, Bespreek het eventueel met iemand die je vertrouwt.

 

 

 

 

WAT HEB JE GELEERD?

 

Deze les heb ik geleerd hoe ik een betere keuze kan maken.

 

 

Challenge

 

Als je de komende week een lastige keuze moet maken, gebruik dan deze informatie. De volgende les bespreken we hoe het is gegaan.

 

Inhoudsopgave

Les 1. Hoe maak je een goede keuze?

Les 2. Hoe maak je een betere keuze?

Les 3. Wat is de beste keuze?

Terug naar hoofdpagina